Deze grote watervilla heeft een voet-print van 9 x 14 meter en drie woonlagen. De bewoners wensten open ruimten, veel contact met het water, natuurlijke materialen en groen. De villa bestaat uit een staalconstructie en gevelvullende elementen in houtskeletbouw. De houten gevels zijn uitgevoerd in geprofileerde rhombus delen in de houtsoort fraké. De antraciet kader profielen zijn uitgevoerd in de houtsoort Iroko. De kozijnen zijn grotendeels van aluminium. Aan twee zijden springen de houten wanden in. Daarin zijn cassettes met potgrond en planten geplaatst, voorzien van een automatisch systeem voor bewatering en kunstmest.

Vanwege het gewicht is de bodem van het betonnen casco dunner uitgevoerd. Om de waterdruk te weerstaan, is er met de begane grondvloer en dikkere kamerscheidende wanden een stevige sandwichconstructie ontworpen. Beneden vinden we twee slaapkamers, een speelkamer en de natte en technische ruimten. Daarboven zijn de woon- en eetkamer en een keuken die is verlaagd tot waterniveau. Dat biedt een uniek uitzicht op het water en geeft toegang tot een drijvend terras. Bovenin zijn een hoofdslaapkamer, een studeerkamer, een badkamer. Op het dak een groen terras, een lichtstraat en zonnepanelen. Een bijzonder detail vormt de zwevende trap met treden van oude spoorbielzen die zo uit de muur lijken te komen. Die muur is speels bekleed met een mozaïek van resthoutjes.

Architect: Jorrit Houwert,  +31ARCHITECTS, Amsterdam